Platform over bouw en ontwikkeling in de zorg in Nederland en België
Leefstijlverandering verkleint kans op tweede ingreep bij boezemfibrilleren met bijna de helft

Leefstijlverandering verkleint kans op tweede ingreep bij boezemfibrilleren met bijna de helft

Werken aan een gezonde leefstijl voorafgaand aan een zogeheten ablatiebehandeling voor boezemfibrilleren kan het verschil maken tussen één succesvolle eerste ingreep of een noodzakelijke tweede behandeling na verloop van tijd. Uit onderzoek in het Catharina Ziekenhuis blijkt dat patiënten die hun leefstijl verbeteren vóór een katheterablatie tot 45 procent minder kans hebben op een tweede ingreep. In sommige gevallen zorgt een leefstijlaanpassing er zelfs voor dat er geen behandeling meer nodig is.

Een ablatie is een behandeling die toe wordt gepast bij ernstige hartritmestoornissen, wanneer medicijnen niet voldoende werken. Bij die ingreep worden er door middel van elektrische pulsen hartspiercellen uitgeschakeld die de ritmestoornis veroorzaken. Die ingreep gaat met katheters via de ader in de lies.

Cardioloog en hoogleraar Lukas Dekker initieerde de studie, die door ZonMw gesubsidieerd is. “We wilden weten of leefstijlverbetering voorafgaand aan deze ingreep bijdraagt aan een beter behandelresultaat. Het antwoord is volmondig ‘ja’”, zegt Dekker.

Bij boezemfibrilleren hebben patiënten een onregelmatige hartslag die vaak ook te snel is. “Een ablatie helpt ongeveer zeventig procent van deze patiënten na een eerste ingreep van de klachten af. Die overige dertig procent heeft een tweede ingreep nodig. Uit de groep bij wie we de leefstijl eerst aangepakt hebben, is maar liefst 82 procent van de ingrepen meteen succesvol. En sommige gevallen zagen patiënten af van een ingreep omdat de hartritmestoornis verdwenen was.”

Twee groepen, één duidelijke uitkomst

De studie verdeelde 150 patiënten, die vanuit andere ziekenhuizen waren verwezen voor ablatie, in twee groepen: één groep kreeg de gebruikelijke zorg en werd direct op de wachtlijst geplaatst voor een ablatie. De andere groep kreeg eerst maximaal zes maanden leefstijlbegeleiding onder begeleiding van een verpleegkundig specialist.

Daarbij werd gekeken naar persoonlijke risicofactoren zoals overgewicht, hoge bloeddruk, alcoholgebruik en slaapapneu. “In samenwerking met Philips hebben we destijds een beslisboom gemaakt. Dat was heel waardevol. Zo konden we per patiënt het beste advies geven over de leefstijlaanpak.”

De aanpak was pragmatisch en afgestemd op wat voor elke patiënt haalbaar was. Dekker: “Niet iedereen kan én stoppen met roken, én afvallen, én meer bewegen. Dus we zochten per patiënt naar waar de meeste winst te behalen was én naar een reëel doel.”

Resultaten: één ingreep in plaats van twee

Een jaar na de ingreep volgde een follow-up voor de patiënten. Daaruit bleek dat in de leefstijlgroep de kans op een herhaling van de ingreep flink verkleind is. Waar normaal zo’n 30 procent van de patiënten een tweede behandeling nodig heeft, is dat in deze groep gedaald naar ongeveer 18 procent.”

Naast het medische voordeel, leverde de aanpak ook een hogere kwaliteit van leven op bij de patiënten. Bovendien werd bij sommige patiënten door de leefstijlinterventie zelfs helemaal van een ingreep afgezien. Bijvoorbeeld bij mensen met ernstige slaapapneu, waarbij na behandeling het boezemfibrilleren verdween. “Dat zijn heel waardevolle inzichten die we van tevoren niet hadden verwacht. Er werd nog te weinig aan slaapapneu gedacht als onderliggende oorzaak van boezemfibrilleren.”

Structurele verandering op komst

De resultaten zijn zo overtuigend dat Dekker nu pleit voor een structurele aanpassing van het zorgtraject. “We willen dit niet alleen hier in het ziekenhuis doen, maar ook bij verwijzers en huisartsen onder de aandacht brengen. Er ligt een grote kans om patiënten al in een eerder stadium te begeleiden.”

Er wordt gewerkt aan een nieuwe leefstijl-poli binnen het ziekenhuis en er zijn gesprekken met leefstijlinstituten en het Nederlands Hart Netwerk om de aanpak breder uit te rollen. “We moeten af van de one-size-fits-all-benadering. Bij sommige mensen heeft een ingreep pas zin als eerst bijvoorbeeld de slaapapneu is behandeld. Maar de vraag is vooral wie die leefstijlbehandeling aan moet pakken. Tijdens ons onderzoek hebben we ontdekt dat dat veel tijd kost, maar ook zijn vruchten afwerpt. Daar heeft onze verpleegkundig specialist heel veelt tijd in gestopt.”

Een wake-up call voor patiënt én zorgverlener

Volgens Dekker is het moment waarop een patiënt wordt aangemeld voor een ablatie ideaal om bewustwording te creëren. “Dat is het moment waarop je iemand kunt raken met het belang van leefstijl. Niet met een belerend vingertje, maar vanuit de urgentie van een behandeling.”

Hoewel de studie nog niet volledig is afgerond – twintig van de honderdvijftig patiënten worden nog gevolgd – verwacht Dekker dat de eindresultaten het beeld alleen maar zullen versterken. “Het verschil is nu al significant. En dat is goed nieuws, voor patiënten én voor de zorg.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten