Platform over bouw en ontwikkeling in de zorg in Vlaanderen en Nederland
Interview Tine van der Vloet

Interview Tine van der Vloet

Vlaamse volksvertegenwoordiger Tine van der Vloet: ‘Van aanbod- naar vraaggestuurde zorg’

In Vlaanderen leven heel wat personen met een handicap op een erg zelfstandige manier. Zij hebben slechts af en toe nood aan ondersteuning, vaak om mantelzorgers, familie of vrienden te ontlasten. Om deze reden is de Rechtstreeks Toegankelijke hulp (RTH) in het leven geroepen. Ook mensen die een ondersteuningsplan indienden voor een persoonvolgend budget (PVB) en nog op de goedkeuring daarvan wachten, doen vaak een beroep op de RTH. Maar in de praktijk bestaan er obstakels….

Via RTH kan er beperkte, handicapspecifieke ondersteuning worden aangevraagd, denk aan begeleiding bij budgetbeheer, administratie, organisatie van het huishouden, maar ook aan dagopvang en zelfs verblijf als de persoon met een handicap even niet thuis kan worden opgevangen. De aanvrager van deze RTH heeft geen goedkeuring nodig van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Hij of zij kan rechtstreeks contact opnemen met een zorgdienst of voorziening die erkend is door het VAPH. “En daar wringt het schoentje”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Tine van der Vloet (N-VA). “Aangezien de dienst of voorziening de nodige RTH-punten moet krijgen van het VAPH, is het voor nieuwe initiatieven moeilijk om hiervoor in aanmerking te komen. Als ze niet zijn vertegenwoordigd in het regionaal overleg waar de RTH-punten worden verdeeld, krijgen ze geen RTH-punten toegekend en dus ook geen budget.” Daarom pleit ze ervoor om de RTH vraaggestuurd te maken.

Keuzevrijheid

“Op die manier kan wie recht heeft op RTH zelf kiezen waar hij of zij die wil besteden. Zo kan de persoon met een handicap ook terecht bij vergunde zorgaanbieders zonder RTH-punten en bij nieuwe initia­tieven. Want jammer genoeg vallen deze nu nog buiten de boot. Dat geldt bijvoorbeeld voor ‘groene zorg’ (zorg voor kwetsbare groepen, in een groene omgeving zoals een zorgboerderij), die wel al in aanmerking komt voor het PVB, maar nog niet voor RTH. Als RTH kan worden ingezet voor de zorgvorm die men zelf kiest, krijgt iedereen meer zorg op maat!”

Vraaggestuurd

“De persoonsgebonden, vraaggestuurde benadering is een goede zaak”, aldus Van der Vloet. “In de traditionele aanpak gingen veel middelen naar werkingskosten en lonen van kaderpersoneel bij de zorgaanbieders. En daar spelen de grote organisaties de eerste viool. Kleine spelers hebben het moeilijk om de kop boven water te houden. Ondanks de consolidatiegolf neemt hun aantal wel lichtjes toe. Persoonsvolgende budgetten maken het voor hen gemakkelijker om zich op die markt te handhaven, maar de volledige overgang ernaar stuit op veel weerstand in de sector. De grootste spelers komen immers uit een medisch model. Ze zijn gewend het geld rechtstreeks van de overheid te krijgen en zullen het in de toekomst, wat het zorggedeelte betreft, van de zorgvragers moeten ontvangen. Dit betekent dat ze minder geld zullen ontvangen voor hun organisatiegebonden kosten en dat er misschien tussenniveaus moeten verdwijnen.”

“De zorginstellingen zullen naar gelang de vraag meer een beroep moeten doen op bijvoorbeeld zelfstandige verpleegkundigen en medicatie meer moeten aankopen bij lokale apothekers, in plaats van dergelijke specialisten in dienstverband te nemen voor een voltijdse beschik­baarheid, ongeacht het vraagvolume. Hoe hoger het diploma van een gespecialiseerd personeelslid, hoe meer punten dit kost voor de ondersteuning van een organisatie.”

Aanpasbaar bouwen

“De volgende generatie oudere (Vlaamse) senioren denkt goed na. Amper 4% van hen heeft de intentie om naar een woonzorgcentrum te verhuizen. Velen willen in hun vertrouwde woning blijven. Maar wie al op jonge leeftijd bouwt, heeft gemiddeld nog altijd te weinig aandacht voor aanpasbaar bouwen, met het oog op levenslang wonen. Ik denk daarbij aan onder meer een (tweede) badkamer op de begane grond en op deuren met een standaardbreedte van een meter.” Ook gemeentebesturen kunnen hierop inzetten. “Door de organisatie of minstens de coördinatie van buurtwerking. In diverse Vlaamse gemeenten bestaat bijvoorbeeld al een sneeuwtelefoon. Via die telefoon kunnen mensen die daartoe zelf niet meer in staat zijn een beroep doen op buren of andere vrijwilligers om de sneeuw op hun stoep te ruimen. Dit kan worden uitgebreid met andere kleine taken, zoals het op straat zetten van op te halen huisvuil of het optrekken van de rolluiken.”

Van der Vloet ziet ook het beeld van de professionele zorgverstrekking veranderen. “Mensen die hun intrek nemen in een assistentiewoning of woonzorgcentrum zullen niet alleen keuzes kunnen maken binnen het in-house aanbod, maar net zo goed externe zorgverleners kunnen meebrengen of aantrekken, zoals hun vertrouwde thuiszorgmedewerkers of verpleegkundigen. Nu is dit in beperkte mate het geval, voor bijvoorbeeld de huisdokter of de pedicure.”

Toekomst

In de Vlaamse Parlementscommissie Welzijn wil Van der Vloet zich verder toespitsen op deze thematiek. “De PVF (voor meerderjarigen) is vrij nieuw, ze bestaat pas sinds 2017. We moeten de obstakels, onzekerheden en vraagtekens die er nog bestaan wegwerken. Vooral aan duidelijke communicatie vanuit het VAPH moeten we nog sleutelen. Die is te versnipperd en, voel ik aan bij mijn achterban, te veel gestoeld op een voor heel wat mensen onbegrijpelijk juridisch jargon.” Om een PVF te ontvangen, moet je in Vlaanderen wonen. “Maar het is niet verplicht die in Vlaanderen te besteden. Voor grensgemeenten – zoals Merksplas – is die soms dichter bij huis te vinden in het nabije Nederland dan in Vlaanderen zelf.”

Tijdens de huidige legislatuur staat de uitrol van de PVF voor minderjarigen op de planning. “Dat mag niet zomaar een kopie van die voor meerderjarigen zijn, leerden we al uit de praktijk. In beide gevallen is het belangrijk dat de zorgverstrekkers kunnen ondernemen. Daarom moet het kader zo regelluw mogelijk zijn. Verder moeten we de tijd die verstrijkt tussen het opstellen van een ondersteuningsplan tot het uiteindelijk hebben van een budget wat inkorten.”    


Tine van der Vloet (N-VA) (42 jaar)

Gegradueerd in de orthopedagogie (Karel de Grote hogeschool, Antwerpen)

Vijftien jaar gewerkt als begeleidster in de zorgsector, voor personen met een beperking

Gemeenteraadslid Merksplas (2013 – ….)

Vlaams volksvertegenwoordiger (2014 – ….)

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details