Om te bepalen of een patiënt bijvoorbeeld een blaasontsteking heeft, onderzoekt het Laboratorium voor Medische Microbiologie en Infectiepreventie (LMMI) met kweken op bacteriën. Een innovatieve inzetrobot helpt daar nu bij. Dat werkt efficiënter en nauwkeuriger. Maandag 20 januari is de inzetrobot feestelijk in gebruik genomen.
Inoqula. Zo heet het gloednieuwe apparaat in het LMMI. Arts-microbioloog Julian Machiels was nauw betrokken bij het hele proces. “Dit apparaat zorgt voor een beter inzetproces tegen een hogere kwaliteit”, vertelt hij. “Daardoor kunnen we de zorg efficiënter maken.”
In het lab van het LMMI worden infectieziekten onderzocht. Die kunnen worden veroorzaakt door micro-organismen zoals bacteriën, virussen, parasieten, gisten of schimmels. Binnen Isala bestaat een groot deel van alle te onderzoeken materialen uit urines. Daar start de Inoqula dan ook mee.
“Voordat een analist van het LMMI een bacterie vaststelt, moeten er kweken worden gemaakt”, vertelt Machiels. “Het inzetten van een kweek is tijdrovend werk. Dit proces wordt door de inzetrobot geautomatiseerd. Het apparaat scant de buizen, beschikt over de patiëntgegevens en ziet direct wat er is aangevraagd. Een druppel urine gaat op een plaat en vervolgens in de stoof, zodat de bacteriën kunnen groeien. De analist bekijkt de kweken de dag erna en voert de verdere analyses uit. Als arts-microbioloog bekijken we wat een uitslag betekent voor de patiënt. Moet er bijvoorbeeld behandeling plaatsvinden?”
De inzetrobot start nu eerst met urineonderzoeken om een blaasontsteking op te sporen. Het apparaat kan straks ook andere monsters inzetten. Machiels: “De diagnose gaat er niet sneller mee, want de kweek moet een bepaalde tijd groeien onder een bepaalde temperatuur. Maar dit apparaat werkt consistenter en neemt veel werk uit handen van de analist. Ook heb je minder kans op patiëntverwisseling. Collega’s hoeven hiermee minder tijd te besteden aan herhalende taken en is er meer tijd voor andere zorg.”