Op 30 juni 2024 nam Conny Helder afscheid als minister van Langdurige Zorg en Sport. Bijna drie jaar werkte ze met opvallende toewijding in het kabinet Rutte IV aan een nieuw duurzaam zorgfundament voor Nederland. Haar innovatieve benadering en vastberadenheid hebben dan ook een blijvende indruk gemaakt.
Helder had, voor haar ministerschap, bijna veertig jaar ervaring in de zorg. Zo werkte ze onder meer als bestuurder bij de innovatieve zorgorganisatie TanteLouise. Ze begon haar ambtstermijn als minister op 10 januari 2022, samen met minister Ernst Kuipers van VWS. Hun gezamenlijke missie was om de Nederlandse zorg te verbeteren met digitalisering, passende zorg, betere databeschikbaarheid en een efficiëntere (regionale) organisatie. Gehoopt wordt dat haar opvolger straks net zo toegewijd zal zijn aan deze heldere doelstellingen.
Helder gelooft sterk in de kracht van innovatie om de zorg te transformeren. Haar boodschap was dan ook duidelijk: “We moeten de zorg anders organiseren om deze houdbaar en aantrekkelijk te houden.” Technologische vooruitgang en efficiënte organisatie zijn volgens haar cruciaal voor de toekomst van de zorg. “We moeten juist in beweging komen”, benadrukte Helder vaak. Haar lijfspreuk: ‘Het momentum is nu!’ benadrukt haar daadkracht.
Bij zorginstelling TanteLouise was Helder een pleitbezorger voor digitale innovaties in de ouderenzorg. Technologie ziet ze als een middel om de kwaliteit van zorg te verbeteren en het werk van zorgprofessionals te verlichten. Slimme oplossingen bedenken die de kwaliteit van zorg verbeteren en het werk van zorgprofessionals verlichten, is een veel gehoorde uitspraak van haar. Haar visie op digitalisering om zorgkosten te beteugelen en efficiëntie te verhogen, werd in de sector breed omarmd.
Als minister speelde Helder een belangrijke rol in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het programma Wonen en Zorg voor Ouderen (WOZO). Deze programma’s waren gericht op het toekomstbestendig maken van de zorgsector. “Zonder de juiste samenhang blijven we bezig met puntoplossingen”, benadrukt ze.
Helders ambtsperiode kenmerkte zich door beleidsmatige en fysieke initiatieven om de zorginfrastructuur te verbeteren. Een zichtbaar resultaat van haar werk was de realisatie van duizenden geschikte woningen voor ouderen. Op 20 maart 2024 ondertekenden elf gemeenten, zorgorganisaties en woningbouwcorporaties onder meer een overeenkomst om tot 2030 6.590 geschikte woningen voor ouderen te realiseren. Helder benadrukte het belang van woningen die ouderen in staat stellen langer zelfstandig te wonen: “Steeds meer ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en regie houden over hun eigen leven.” Daarnaast zette Helder in op de bouw en renovatie van zorginstellingen én innovatie met behulp van moderne technologieën, zoals zorgrobots en geavanceerde communicatieplatformen. Deze projecten tonen haar onvermoeibare inzet voor zowel de fysieke als de technologische verbetering van de zorg.
Helder benadrukte tot slot ook steeds opnieuw het belang van het betrekken van jongeren bij de zorg. Ze vindt dat de huidige generatie zorgprofessionals een solide basis moet leggen om toekomstige generaties te ontlasten. “Wij kunnen het niet maken om alle zorgvraag straks op hun schouders terecht te laten komen”, waarschuwde ze een tijdje geleden nog. Ze moedigt dan ook investeringen in opleidingen en bijscholing van zorgpersoneel aan om vaardigheden en kennis zo goed mogelijk up-to-date te houden.
Helders periode als minister van Langdurige Zorg en Sport wordt gekenmerkt door haar vastberadenheid om de zorgsector te innoveren en te verduurzamen. Haar visie, gesteund op digitalisering en samenhangende zorg- en daadwerkelijke bouwinitiatieven, heeft een blijvende invloed op de Nederlandse zorg. Na haar afscheid heeft ze een solide blauwdruk voor een nieuwe zorgorganisatie achtergelaten, waarop haar opvolger uitstekend kan voortbouwen.