De stad Eindhoven groeit snel, en met deze groei komen nieuwe uitdagingen op het gebied van zorg en welzijn. Samir Toub, wethouder diversiteit, zorg, jeugd en maatschappelijke ondersteuning in Eindhoven, vertelt over de noodzaak om in balans te blijven met de voorzieningen die de stad biedt. “Als 15-minutenstad willen we dat alles, van huisvesting tot zorgvoorzieningen, binnen handbereik is.”
“In een groeiende stad moeten zorg, welzijn, sport en cultuur tegelijk meegroeien”, zegt Toub. “Je kunt niet blijven bouwen zonder na te denken over de voorzieningen die nodig zijn om die groei te ondersteunen. Het is essentieel dat de stad niet alleen huizen bouwt, maar ook zorgt dat zorg en voorzieningen meegroeien met de bewoners.” Hij noemt de dubbele vergrijzing als een belangrijk aandachtspunt. “We hebben steeds meer ouderen, die bovendien steeds ouder worden. Dat betekent dat we meer voorzieningen nodig hebben, dicht bij de mensen.” Daarnaast speelt de woningkrapte een grote rol, met zowel vluchtelingen als spoedzoekers die dringend op zoek zijn naar een plek. Het resultaat is dat Eindhoven niet alleen woningen bouwt, maar ook voorzieningen realiseert op dezelfde locaties, zoals huisartsen, fysiotherapeuten en buurt-ontmoetingsplekken.
“Het is belangrijk dat zorggebouwen niet vastzitten aan één functie”, aldus Toub. “Een zorgomgeving is geen instelling; het is een leefomgeving. Ontwerpers moeten nadenken over de dagelijkse werkelijkheid van mensen, zodat gebouwen zich kunnen aanpassen aan veranderende zorgbehoeften. Ze moeten flexibel zijn, zodat ze ruimte bieden voor verschillende bewoners, van ouderen tot studenten en vluchtelingen.”
Het ‘Huis van Intussen’ is een goed voorbeeld van hoe Eindhoven de zorg- en woningvraag aanpakt. In het voormalige belastingkantoor aan de Karel de Grotelaan worden 400 woningen gerealiseerd voor asielzoekers, statushouders en tijdelijke bewoners, zoals studenten en starters. “Door verschillende doelgroepen samen te brengen, bevorderen we het samenleven vanaf dag één”, zegt Toub. Het project biedt niet alleen woonruimte, maar ook gedeelde voorzieningen zoals een gezamenlijke keuken en ontmoetingsruimtes, wat bijdraagt aan integratie en sociale interactie.
Een ander belangrijk punt voor Toub is samenwerking. “De gemeente speelt vaak de rol van verbinder tussen woningcorporaties, zorginstellingen en bouwers”, legt hij uit. “Er wordt samengewerkt aan integrale plannen, zoals het Máxima Medisch Centrum, waar ze zorg en woningbouw combineren.” Hij benadrukt dat zulke samenwerkingen al vroeg in het proces moeten beginnen. “We moeten als gemeente vanaf het begin aan tafel zitten om te zorgen voor de juiste balans.” Maar ook kleinere initiatieven dragen bij aan de stad, zoals bibliotopen – stadsdeelbibliotheken met buurtontmoetingsplekken waar mensen samenkomen en praktische hulp krijgen. “We moeten zorgen dat buurten niet alleen plekken zijn om te wonen, maar ook om elkaar te ontmoeten. Dit versterkt het sociale welzijn van de stad.”
Voor Toub draait alles om het bouwen van een stad waar iedereen zich gezien voelt en toegang heeft tot zorg. “Bouwen doe je voor mensen, niet voor cijfers. Het beleid van de gemeente Eindhoven richt zich dan ook altijd op de mensen die er wonen.” Als hij een wens mag doen voor de zorginfrastructuur van de toekomst in Eindhoven, dan is het simpel: “Bouw zoveel woningen als nodig is en zorg ervoor dat alles wat je doet, bijdraagt aan een stad waar zorg niet als zorg wordt gezien, maar als een manier van goed samenleven.” Hij ziet een toekomst waar wonen, zorg en welzijn altijd in balans blijven, met de mens centraal.